Totdat ik jou ontmoette (1/4)
Moeten
Al vanaf jonge leeftijd wist ik al dat ik graag het theater in wilde. Actrice worden, dat leek me zo gaaf! Al die aandacht als ‘ster’, mensen die tegen je opkijken mensen die je zien staan, mensen die op mij willen lijken in plaats van dat ik op ik iemand anders wil lijken. Tweede keus was tandarts worden, dat leek me ook wel wat.
Met een oudere zus en broer waar ik heel erg tegen opkeek, was het moeilijk om niet op hen te willen lijken. Een oudere zus die slim was, op de HAVO zat, stoere vriendinnen had, rookte, zich afzette tegen m’n ouders en daarnaast ook nog eens mooi was. Wauw! Dat wilde ik later ook. Of wat dacht je van m’n broer die alles kon, van goochelen tot goed voetballen, van goed drummen tot mooi tekenen en ook nog eens slim was en op de HAVO zat. Twee mensen waar ik tegen opkeek. Ik wilde net als hen zijn.
Al van jongs af aan kon ik niet goed tegen autoriteit en onrecht. Ik was nooit goed in het verwoorden van mijn gevoel en deed dit dan ook op manieren die de meeste mensen niet begrepen. Altijd ruzie met leerkrachten, volwassenen en kinderen uit mijn klas. Omdat ik het moeilijk vond om mij te uiten bedacht ik een manier om met mijn gevoel om te gaan, of liever gezegd, om zo min mogelijk te voelen. Hoe stoerder ik me opstelde, hoe minder mensen op me afkwamen en des te minder snel zou ik geraakt worden. Deze manier van ‘ overleven’ heb ik lang volgehouden.
Met de jaren werd mijn zus steeds mooier, intelligenter en ze verzamelde nog meer mensen om zich heen die net zo waren als zij. Wauw! Zo moet ik later ook zijn. M’n broer werd overal nog beter in dan dat hij al was. Wauw! Zo moet ik ook zijn.
Jaren gaan voorbij en ik merkte dat het contact met leeftijdsgenoten veranderde. Het werd intiemer. Soms werd het contact me iets te intiem. O jee, moet ik me gaan openstellen, laten zien wie ik echt ben? Maar wie ben ik? Ik bouw een muur om me heen en begin meer naar m’n zus te kijken, die inmiddels verhuisd is naar Amsterdam. Wauw! Dat moet ik later ook.
Die laatste gedachte sterkte me. Ik kon contacten leggen zonder diep te gaan, want ik zou toch weggaan uit de stad waarin ik woonde. Dit gevoel werd steeds sterker tot niets in mijn woonplaats me nog wat kon schelen. Waarom het ergens leuk hebben als ik toch wegga? Het resulteerde zelfs in haat naar alles. Ik haatte het huis waarin we woonden, de school, de kinderen op school, de docenten, alles!
Mijn droom om actrice te worden was nooit verdwenen, maar werd wel minder. Hoe zou ik actrice kunnen worden zolang ik buiten de Randstad woonde? Alleen mensen die in Amsterdam wonen en mooi zijn worden dit. M’n zus bijvoorbeeld. Waarom nog moeite doen?
Ook was er nog die droom om tandarts te worden. Maar ik deed het VMBO en was niet zoals mijn zus en broer, zo slim. Dus dat werd het waarschijnlijk ook niet. Maar het kon toch ook niet zo zijn dat geen enkele droom uitkomt? Dan maar beginnen als tandartsassistente en kijken waar het schip strandt. Assistente opleiding gedaan en wat voelde ik mij dom. Wat vond ik het vreselijk om te zeggen dat ik van het MBO kwam. Ik was niet zo slim als m’n zus en broer. Ik wilde niet dom gevonden worden, dus ik ga door studeren. Zes jaar lang strubbelde ik met de dagelijkse de gedachten dat ik dom was. Dom omdat ik van het MBO kwam, dom omdat ik niet uit de Randstad kwam, dom omdat ik niet zo slim was als mijn zus en broer, dom omdat ik niet zo slim was als mijn collega’s etc. Ondertussen werd m’n zus nog mooier en slimmer en haar vriendinnen ook. Zo moet ik ook worden! Maar hoe? Hoe krijg ik zo’n mooi lichaam en hoe zorg ik ervoor dat mensen mij ook zien staan?
Toen ontmoette ik jou…
“…Dit bereik je door alleen te eten wat ik je zeg en te bewegen en sporten als ik dat zeg. Wat jij zelf wilt is nu niet belangrijk, dat komt nog wel.” Dat is wat je zei.