Gezonde obesitas bestaat niet
Het idee van ‘gezonde obesitas’ is misleidend: de meeste mensen met zwaar overgewicht worden na verloop van tijd steeds ongezonder. Dat blijkt uit onderzoek van het University College Londen.
Mensen die wel zwaar overgewicht hebben, maar niet aan andere gezondheidsproblemen lijden, worden soms aangeduid als ‘gezond obees’. Hun bloeddruk, cholesterol, en bloedsuiker vallen binnen de normale waarden, terwijl hun body-mass index hoger is dan 30 – het BMI van een man van 1,80 meter en 97 kilogram.
Om te achterhalen of zulk ‘gezond’ zwaar overgewicht blijvend is, volgden Britse onderzoekers twintig jaar lang een groep van 2.500 Britse mannen en vrouwen tussen de 39 en 62 jaar. Van die mensen werden er aan het begin van de studieperiode 181 personen geclassificeerd als obees, van wie 66 als ‘gezond obees’ – zonder stofwisselingsrisicofactoren, zoals een te hoge bloeddruk of cholesterol.
Iedere vijf jaar kwamen de proefpersonen op controle. Al na vijf jaar was 32 procent van de ‘gezond obese’ deelnemers ongezond geworden, en na 20 jaar was dat meer dan de helft. Slechts zes procent van de gezond obese deelnemers was na vijf jaar afgevallen en had geen overgewicht meer.
De in damesbladen populaire theorie dat mensen met ‘gezonde obesitas’ stabiel zijn, blijkt dus niet te kloppen. Stabiliteit is eerder uitzondering dan regel, schrijven de onderzoekers in vakblad Journal of the American College of Cardiology. Hoewel er volgens sommige studies aanwijzingen zijn dat een betere vetverdeling met minder vet rond de taille de ‘gezonde obees’ stabiel houdt, is dat nooit met langetermijnonderzoek bewezen. Het natuurlijke verloop van ‘gezonde obesitas’ is verslechtering van het metabolisme, schrijven de onderzoekers.
Relatieve staat van gezondheid
‘Gezonde obesitas’ is enkel een relatieve staat van gezondheid – het is immers minder ongezond dan het slechtst denkbare scenario: ongezonde obesitas. Mensen met ‘gezonde obesitas’ lopen een grotere kans op hart- en vaatziekten dan gezonde mensen met normaal gewicht.
Jaap Seidell, hoogleraar voeding en gezondheid aan de VU en niet betrokken bij het onderzoek, voegt toe: ‘Het is eigenlijk een non-discussie. De gezonde obese mens is meer een statistisch fenomeen: als je duizend jonge rokers meet, zijn er ook een paar bij die nog schone longen hebben.’ Bovendien wordt in het onderzoek ‘gezondheid’ zeer beperkt gemeten, vindt Seidell; met obesitas hangen ook lichamelijke en psychosociale beperkingen en hormonale stoornissen samen.
Seidell herkent de conclusies uit zijn eigen onderzoek, waaruit bleek dat ‘gezonde dikkerds’ – meest jong en hoogopgeleid – later bijna altijd gezondheidsklachten krijgen. ”Gezonde obesitas’ is schijngezondheid, net als het idee van een gezonde roker: slechts een heel klein deel van hen blijft gezond. En je weet niet wie dat zijn.’
Bron: Volkskrant